Voorwoord bij De gouden rivier

From KCB Library Wiki
Jump to: navigation, search

Zij is geen brede, indrukwekkende stroom, met razende watervallen en bruisende versnellingen. Zij loopt door geen machtige berglandschappen en geen wilde wouden. Ze vloeit alleen maar gemoedelijk kalm door een gemoedelijk kalme streek. Ze kent de kleine vreugden en de grote zorgen van de eenvoudige mensen en dieren die aan haar oevers wonen. Langs haar boorden wandelen, is niet op avontuur uitgaan; het is alleen maar rustig luieren, en onweerstaanbaar bekoord worden door de vredige kalmte van haar gouden water, dat zonder haast voortvloeit naar haar rendez-vous met de Schelde.

Je moet alleen maar familiair worden met de sterke geur van rottend vlas, en daarna kun je niet anders dan er van gaan houden, van onze heerlijke gouden rivier...


Vic[tor] L[egley]